Vervoeging van gedagzeggen
Onbepaalde wijs (infinitief): gedagzeggen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik zeg gedag
- jij zegt gedag
- hij/zij/het zegt gedag
- wij zeggen gedag
- jullie zeggen gedag
- zij zeggen gedag
Onvoltooid verleden tijd
- ik zei gedag
- jij zei gedag
- hij/zij/het zei gedag
- wij zeiden gedag
- jullie zeiden gedag
- zij zeiden gedag
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gedaggezegd
- jij hebt gedaggezegd
- hij/zij/het heeft gedaggezegd
- wij hebben gedaggezegd
- jullie hebben gedaggezegd
- zij hebben gedaggezegd
Voltooid verleden tijd
- ik had gedaggezegd
- jij had gedaggezegd
- hij/zij/het had gedaggezegd
- wij hadden gedaggezegd
- jullie hadden gedaggezegd
- zij hadden gedaggezegd
Toekomende tijd I
- ik zal gedagzeggen
- jij zult gedagzeggen
- hij/zij/het zal gedagzeggen
- wij zullen gedagzeggen
- jullie zullen gedagzeggen
- zij zullen gedagzeggen
Toekomende tijd II
- ik zal gedaggezegd hebben
- jij zult gedaggezegd hebben
- hij/zij/het zal gedaggezegd hebben
- wij zullen gedaggezegd hebben
- jullie zullen gedaggezegd hebben
- zij zullen gedaggezegd hebben
Conditionalis I
- ik zou gedagzeggen
- jij zou gedagzeggen
- hij/zij/het zou gedagzeggen
- wij zouden gedagzeggen
- jullie zouden gedagzeggen
- zij zouden gedagzeggen
Conditionalis II
- ik zou hebben gedaggezegd
- jij zou hebben gedaggezegd
- hij/zij/het zou hebben gedaggezegd
- wij zouden hebben gedaggezegd
- jullie zouden hebben gedaggezegd
- zij zouden hebben gedaggezegd
Imperatief
- jij zeg gedag
- jullie zegt gedag