Vervoeging van grauwen

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik grauw
    • jij grauwt
    • hij/zij/het grauwt
    • wij grauwen
    • jullie grauwen
    • zij grauwen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik grauwde
    • jij grauwde
    • hij/zij/het grauwde
    • wij grauwden
    • jullie grauwden
    • zij grauwden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gegrauwd
    • jij hebt gegrauwd
    • hij/zij/het heeft gegrauwd
    • wij hebben gegrauwd
    • jullie hebben gegrauwd
    • zij hebben gegrauwd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gegrauwd
    • jij had gegrauwd
    • hij/zij/het had gegrauwd
    • wij hadden gegrauwd
    • jullie hadden gegrauwd
    • zij hadden gegrauwd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal grauwen
    • jij zult grauwen
    • hij/zij/het zal grauwen
    • wij zullen grauwen
    • jullie zullen grauwen
    • zij zullen grauwen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gegrauwd hebben
    • jij zult gegrauwd hebben
    • hij/zij/het zal gegrauwd hebben
    • wij zullen gegrauwd hebben
    • jullie zullen gegrauwd hebben
    • zij zullen gegrauwd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou grauwen
    • jij zou grauwen
    • hij/zij/het zou grauwen
    • wij zouden grauwen
    • jullie zouden grauwen
    • zij zouden grauwen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gegrauwd
    • jij zou hebben gegrauwd
    • hij/zij/het zou hebben gegrauwd
    • wij zouden hebben gegrauwd
    • jullie zouden hebben gegrauwd
    • zij zouden hebben gegrauwd
  • Imperatief

    • jij grauw
    • jullie grauwt