Vervoeging van indoctrineren
Onbepaalde wijs (infinitief): indoctrineren
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik indoctrineer
- jij indoctrineert
- hij/zij/het indoctrineert
- wij indoctrineren
- jullie indoctrineren
- zij indoctrineren
Onvoltooid verleden tijd
- ik indoctrineerde
- jij indoctrineerde
- hij/zij/het indoctrineerde
- wij indoctrineerden
- jullie indoctrineerden
- zij indoctrineerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geïndoctrineerd
- jij hebt geïndoctrineerd
- hij/zij/het heeft geïndoctrineerd
- wij hebben geïndoctrineerd
- jullie hebben geïndoctrineerd
- zij hebben geïndoctrineerd
Voltooid verleden tijd
- ik had geïndoctrineerd
- jij had geïndoctrineerd
- hij/zij/het had geïndoctrineerd
- wij hadden geïndoctrineerd
- jullie hadden geïndoctrineerd
- zij hadden geïndoctrineerd
Toekomende tijd I
- ik zal indoctrineren
- jij zult indoctrineren
- hij/zij/het zal indoctrineren
- wij zullen indoctrineren
- jullie zullen indoctrineren
- zij zullen indoctrineren
Toekomende tijd II
- ik zal geïndoctrineerd hebben
- jij zult geïndoctrineerd hebben
- hij/zij/het zal geïndoctrineerd hebben
- wij zullen geïndoctrineerd hebben
- jullie zullen geïndoctrineerd hebben
- zij zullen geïndoctrineerd hebben
Conditionalis I
- ik zou indoctrineren
- jij zou indoctrineren
- hij/zij/het zou indoctrineren
- wij zouden indoctrineren
- jullie zouden indoctrineren
- zij zouden indoctrineren
Conditionalis II
- ik zou hebben geïndoctrineerd
- jij zou hebben geïndoctrineerd
- hij/zij/het zou hebben geïndoctrineerd
- wij zouden hebben geïndoctrineerd
- jullie zouden hebben geïndoctrineerd
- zij zouden hebben geïndoctrineerd
Imperatief
- jij indoctrineer
- jullie indoctrineert