Vervoeging van inlaten
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik laat in
- jij laat in
- hij/zij/het laat in
- wij laten in
- jullie laten in
- zij laten in
Onvoltooid verleden tijd
- ik liet in
- jij liet in
- hij/zij/het liet in
- wij lieten in
- jullie lieten in
- zij lieten in
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingelaten
- jij hebt ingelaten
- hij/zij/het heeft ingelaten
- wij hebben ingelaten
- jullie hebben ingelaten
- zij hebben ingelaten
Voltooid verleden tijd
- ik had ingelaten
- jij had ingelaten
- hij/zij/het had ingelaten
- wij hadden ingelaten
- jullie hadden ingelaten
- zij hadden ingelaten
Toekomende tijd I
- ik zal inlaten
- jij zult inlaten
- hij/zij/het zal inlaten
- wij zullen inlaten
- jullie zullen inlaten
- zij zullen inlaten
Toekomende tijd II
- ik zal ingelaten hebben
- jij zult ingelaten hebben
- hij/zij/het zal ingelaten hebben
- wij zullen ingelaten hebben
- jullie zullen ingelaten hebben
- zij zullen ingelaten hebben
Conditionalis I
- ik zou inlaten
- jij zou inlaten
- hij/zij/het zou inlaten
- wij zouden inlaten
- jullie zouden inlaten
- zij zouden inlaten
Conditionalis II
- ik zou hebben ingelaten
- jij zou hebben ingelaten
- hij/zij/het zou hebben ingelaten
- wij zouden hebben ingelaten
- jullie zouden hebben ingelaten
- zij zouden hebben ingelaten
Imperatief
- jij laat in
- jullie laat in