Vervoeging van inschijnen
Onbepaalde wijs (infinitief): inschijnen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik schijn in
- jij schijnt in
- hij/zij/het schijnt in
- wij schijnen in
- jullie schijnen in
- zij schijnen in
Onvoltooid verleden tijd
- ik scheen in
- jij scheen in
- hij/zij/het scheen in
- wij schenen in
- jullie schenen in
- zij schenen in
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingeschenen
- jij hebt ingeschenen
- hij/zij/het heeft ingeschenen
- wij hebben ingeschenen
- jullie hebben ingeschenen
- zij hebben ingeschenen
Voltooid verleden tijd
- ik had ingeschenen
- jij had ingeschenen
- hij/zij/het had ingeschenen
- wij hadden ingeschenen
- jullie hadden ingeschenen
- zij hadden ingeschenen
Toekomende tijd I
- ik zal inschijnen
- jij zult inschijnen
- hij/zij/het zal inschijnen
- wij zullen inschijnen
- jullie zullen inschijnen
- zij zullen inschijnen
Toekomende tijd II
- ik zal ingeschenen hebben
- jij zult ingeschenen hebben
- hij/zij/het zal ingeschenen hebben
- wij zullen ingeschenen hebben
- jullie zullen ingeschenen hebben
- zij zullen ingeschenen hebben
Conditionalis I
- ik zou inschijnen
- jij zou inschijnen
- hij/zij/het zou inschijnen
- wij zouden inschijnen
- jullie zouden inschijnen
- zij zouden inschijnen
Conditionalis II
- ik zou hebben ingeschenen
- jij zou hebben ingeschenen
- hij/zij/het zou hebben ingeschenen
- wij zouden hebben ingeschenen
- jullie zouden hebben ingeschenen
- zij zouden hebben ingeschenen
Imperatief
- jij schijn in
- jullie schijnt in