Vervoeging van instormen
Onbepaalde wijs (infinitief): instormen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik storm in
- jij stormt in
- hij/zij/het stormt in
- wij stormen in
- jullie stormen in
- zij stormen in
Onvoltooid verleden tijd
- ik stormde in
- jij stormde in
- hij/zij/het stormde in
- wij stormden in
- jullie stormden in
- zij stormden in
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben ingestormd
- jij bent ingestormd
- hij/zij/het is ingestormd
- wij zijn ingestormd
- jullie zijn ingestormd
- zij zijn ingestormd
Voltooid verleden tijd
- ik was ingestormd
- jij was ingestormd
- hij/zij/het was ingestormd
- wij waren ingestormd
- jullie waren ingestormd
- zij waren ingestormd
Toekomende tijd I
- ik zal instormen
- jij zult instormen
- hij/zij/het zal instormen
- wij zullen instormen
- jullie zullen instormen
- zij zullen instormen
Toekomende tijd II
- ik zal ingestormd zijn
- jij zult ingestormd zijn
- hij/zij/het zal ingestormd zijn
- wij zullen ingestormd zijn
- jullie zullen ingestormd zijn
- zij zullen ingestormd zijn
Conditionalis I
- ik zou instormen
- jij zou instormen
- hij/zij/het zou instormen
- wij zouden instormen
- jullie zouden instormen
- zij zouden instormen
Conditionalis II
- ik zou zijn ingestormd
- jij zou zijn ingestormd
- hij/zij/het zou zijn ingestormd
- wij zouden zijn ingestormd
- jullie zouden zijn ingestormd
- zij zouden zijn ingestormd
Imperatief
- jij storm in
- jullie stormt in