Vervoeging van klikken

Nederlands

Frans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik klik
  • jij klikt
  • hij/zij/het klikt
  • wij klikken
  • jullie klikken
  • zij klikken

Présent

  • j'accuse
  • tu accuses
  • il/elle accuse
  • nous accusons
  • vous accusez
  • ils/elles accusent

Onvoltooid verleden tijd

  • ik klikte
  • jij klikte
  • hij/zij/het klikte
  • wij klikten
  • jullie klikten
  • zij klikten

Indicatif imparfait

  • j'accusais
  • tu accusais
  • il/elle accusait
  • nous accusions
  • vous accusiez
  • ils/elles accusaient

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geklikt
  • jij hebt geklikt
  • hij/zij/het heeft geklikt
  • wij hebben geklikt
  • jullie hebben geklikt
  • zij hebben geklikt

Indicatif passé composé

  • j'ai accusé
  • tu as accusé
  • il/elle a accusé
  • nous avons accusé
  • vous avez accusé
  • ils/elles ont accusé

Voltooid verleden tijd

  • ik had geklikt
  • jij had geklikt
  • hij/zij/het had geklikt
  • wij hadden geklikt
  • jullie hadden geklikt
  • zij hadden geklikt

Indicatif plus-que-parfait

  • j'avais accusé
  • tu avais accusé
  • il/elle avait accusé
  • nous avions accusé
  • vous aviez accusé
  • ils/elles avaient accusé

Toekomende tijd I

  • ik zal klikken
  • jij zult klikken
  • hij/zij/het zal klikken
  • wij zullen klikken
  • jullie zullen klikken
  • zij zullen klikken

Indicatif futur

  • j'accuserai
  • tu accuseras
  • il/elle accusera
  • nous accuserons
  • vous accuserez
  • ils/elles accuseront

Toekomende tijd II

  • ik zal geklikt hebben
  • jij zult geklikt hebben
  • hij/zij/het zal geklikt hebben
  • wij zullen geklikt hebben
  • jullie zullen geklikt hebben
  • zij zullen geklikt hebben

Indicatif futur antérieur

  • j'aurai accusé
  • tu auras accusé
  • il/elle aura accusé
  • nous aurons accusé
  • vous aurez accusé
  • ils/elles auront accusé

Conditionalis I

  • ik zou klikken
  • jij zou klikken
  • hij/zij/het zou klikken
  • wij zouden klikken
  • jullie zouden klikken
  • zij zouden klikken

Conditionnel présent

  • j'accuserais
  • tu accuserais
  • il/elle accuserait
  • nous accuserions
  • vous accuseriez
  • ils/elles accuseraient

Conditionalis II

  • ik zou hebben geklikt
  • jij zou hebben geklikt
  • hij/zij/het zou hebben geklikt
  • wij zouden hebben geklikt
  • jullie zouden hebben geklikt
  • zij zouden hebben geklikt

Conditionnel passé (1ère forme)

  • j'aurais accusé
  • tu aurais accusé
  • il/elle aurait accusé
  • nous aurions accusé
  • vous auriez accusé
  • ils/elles auraient accusé

Imperatief

  • jij klik
  • jullie klikt

Impératif

  • tu accuse
  • vous accusez

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van klikken