Vervoeging van krombuigen

Onbepaalde wijs (infinitief): krombuigen

Vertaling: courber

Nederlands

Frans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik buig krom
  • jij buigt krom
  • hij/zij/het buigt krom
  • wij buigen krom
  • jullie buigen krom
  • zij buigen krom

Présent

  • je courbe
  • tu courbes
  • il/elle courbe
  • nous courbons
  • vous courbez
  • ils/elles courbent

Onvoltooid verleden tijd

  • ik boog krom
  • jij boog krom
  • hij/zij/het boog krom
  • wij bogen krom
  • jullie bogen krom
  • zij bogen krom

Indicatif imparfait

  • je courbais
  • tu courbais
  • il/elle courbait
  • nous courbions
  • vous courbiez
  • ils/elles courbaient

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb kromgebogen
  • jij hebt kromgebogen
  • hij/zij/het heeft kromgebogen
  • wij hebben kromgebogen
  • jullie hebben kromgebogen
  • zij hebben kromgebogen

Indicatif passé composé

  • j'ai courbé
  • tu as courbé
  • il/elle a courbé
  • nous avons courbé
  • vous avez courbé
  • ils/elles ont courbé

Voltooid verleden tijd

  • ik had kromgebogen
  • jij had kromgebogen
  • hij/zij/het had kromgebogen
  • wij hadden kromgebogen
  • jullie hadden kromgebogen
  • zij hadden kromgebogen

Indicatif plus-que-parfait

  • j'avais courbé
  • tu avais courbé
  • il/elle avait courbé
  • nous avions courbé
  • vous aviez courbé
  • ils/elles avaient courbé

Toekomende tijd I

  • ik zal krombuigen
  • jij zult krombuigen
  • hij/zij/het zal krombuigen
  • wij zullen krombuigen
  • jullie zullen krombuigen
  • zij zullen krombuigen

Indicatif futur

  • je courberai
  • tu courberas
  • il/elle courbera
  • nous courberons
  • vous courberez
  • ils/elles courberont

Toekomende tijd II

  • ik zal kromgebogen hebben
  • jij zult kromgebogen hebben
  • hij/zij/het zal kromgebogen hebben
  • wij zullen kromgebogen hebben
  • jullie zullen kromgebogen hebben
  • zij zullen kromgebogen hebben

Indicatif futur antérieur

  • j'aurai courbé
  • tu auras courbé
  • il/elle aura courbé
  • nous aurons courbé
  • vous aurez courbé
  • ils/elles auront courbé

Conditionalis I

  • ik zou krombuigen
  • jij zou krombuigen
  • hij/zij/het zou krombuigen
  • wij zouden krombuigen
  • jullie zouden krombuigen
  • zij zouden krombuigen

Conditionnel présent

  • je courberais
  • tu courberais
  • il/elle courberait
  • nous courberions
  • vous courberiez
  • ils/elles courberaient

Conditionalis II

  • ik zou hebben kromgebogen
  • jij zou hebben kromgebogen
  • hij/zij/het zou hebben kromgebogen
  • wij zouden hebben kromgebogen
  • jullie zouden hebben kromgebogen
  • zij zouden hebben kromgebogen

Conditionnel passé (1ère forme)

  • j'aurais courbé
  • tu aurais courbé
  • il/elle aurait courbé
  • nous aurions courbé
  • vous auriez courbé
  • ils/elles auraient courbé

Imperatief

  • jij buig krom
  • jullie buigt krom

Impératif

  • tu courbe
  • vous courbez

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van krombuigen