Vervoeging van mederegeren
Onbepaalde wijs (infinitief): mederegeren
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik regeer mede
- jij regeert mede
- hij/zij/het regeert mede
- wij regeren mede
- jullie regeren mede
- zij regeren mede
Onvoltooid verleden tijd
- ik regeerde mede
- jij regeerde mede
- hij/zij/het regeerde mede
- wij regeerden mede
- jullie regeerden mede
- zij regeerden mede
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb medegeregeerd
- jij hebt medegeregeerd
- hij/zij/het heeft medegeregeerd
- wij hebben medegeregeerd
- jullie hebben medegeregeerd
- zij hebben medegeregeerd
Voltooid verleden tijd
- ik had medegeregeerd
- jij had medegeregeerd
- hij/zij/het had medegeregeerd
- wij hadden medegeregeerd
- jullie hadden medegeregeerd
- zij hadden medegeregeerd
Toekomende tijd I
- ik zal mederegeren
- jij zult mederegeren
- hij/zij/het zal mederegeren
- wij zullen mederegeren
- jullie zullen mederegeren
- zij zullen mederegeren
Toekomende tijd II
- ik zal medegeregeerd hebben
- jij zult medegeregeerd hebben
- hij/zij/het zal medegeregeerd hebben
- wij zullen medegeregeerd hebben
- jullie zullen medegeregeerd hebben
- zij zullen medegeregeerd hebben
Conditionalis I
- ik zou mederegeren
- jij zou mederegeren
- hij/zij/het zou mederegeren
- wij zouden mederegeren
- jullie zouden mederegeren
- zij zouden mederegeren
Conditionalis II
- ik zou hebben medegeregeerd
- jij zou hebben medegeregeerd
- hij/zij/het zou hebben medegeregeerd
- wij zouden hebben medegeregeerd
- jullie zouden hebben medegeregeerd
- zij zouden hebben medegeregeerd
Imperatief
- jij regeer mede
- jullie regeert mede