Vervoeging van nederzetten
Onbepaalde wijs (infinitief): nederzetten
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik zet neder
- jij zet neder
- hij/zij/het zet neder
- wij zetten neder
- jullie zetten neder
- zij zetten neder
Onvoltooid verleden tijd
- ik zette neder
- jij zette neder
- hij/zij/het zette neder
- wij zetten neder
- jullie zetten neder
- zij zetten neder
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb nedergezet
- jij hebt nedergezet
- hij/zij/het heeft nedergezet
- wij hebben nedergezet
- jullie hebben nedergezet
- zij hebben nedergezet
Voltooid verleden tijd
- ik had nedergezet
- jij had nedergezet
- hij/zij/het had nedergezet
- wij hadden nedergezet
- jullie hadden nedergezet
- zij hadden nedergezet
Toekomende tijd I
- ik zal nederzetten
- jij zult nederzetten
- hij/zij/het zal nederzetten
- wij zullen nederzetten
- jullie zullen nederzetten
- zij zullen nederzetten
Toekomende tijd II
- ik zal nedergezet hebben
- jij zult nedergezet hebben
- hij/zij/het zal nedergezet hebben
- wij zullen nedergezet hebben
- jullie zullen nedergezet hebben
- zij zullen nedergezet hebben
Conditionalis I
- ik zou nederzetten
- jij zou nederzetten
- hij/zij/het zou nederzetten
- wij zouden nederzetten
- jullie zouden nederzetten
- zij zouden nederzetten
Conditionalis II
- ik zou hebben nedergezet
- jij zou hebben nedergezet
- hij/zij/het zou hebben nedergezet
- wij zouden hebben nedergezet
- jullie zouden hebben nedergezet
- zij zouden hebben nedergezet
Imperatief
- jij zet neder
- jullie zet neder