Vervoeging van omkrullen
Onbepaalde wijs (infinitief): omkrullen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik krul om
- jij krult om
- hij/zij/het krult om
- wij krullen om
- jullie krullen om
- zij krullen om
Onvoltooid verleden tijd
- ik krulde om
- jij krulde om
- hij/zij/het krulde om
- wij krulden om
- jullie krulden om
- zij krulden om
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb omgekruld
- jij hebt omgekruld
- hij/zij/het heeft omgekruld
- wij hebben omgekruld
- jullie hebben omgekruld
- zij hebben omgekruld
Voltooid verleden tijd
- ik had omgekruld
- jij had omgekruld
- hij/zij/het had omgekruld
- wij hadden omgekruld
- jullie hadden omgekruld
- zij hadden omgekruld
Toekomende tijd I
- ik zal omkrullen
- jij zult omkrullen
- hij/zij/het zal omkrullen
- wij zullen omkrullen
- jullie zullen omkrullen
- zij zullen omkrullen
Toekomende tijd II
- ik zal omgekruld hebben
- jij zult omgekruld hebben
- hij/zij/het zal omgekruld hebben
- wij zullen omgekruld hebben
- jullie zullen omgekruld hebben
- zij zullen omgekruld hebben
Conditionalis I
- ik zou omkrullen
- jij zou omkrullen
- hij/zij/het zou omkrullen
- wij zouden omkrullen
- jullie zouden omkrullen
- zij zouden omkrullen
Conditionalis II
- ik zou hebben omgekruld
- jij zou hebben omgekruld
- hij/zij/het zou hebben omgekruld
- wij zouden hebben omgekruld
- jullie zouden hebben omgekruld
- zij zouden hebben omgekruld
Imperatief
- jij krul om
- jullie krult om