Vervoeging van omrekenen
Onbepaalde wijs (infinitief): omrekenen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik reken om
- jij rekent om
- hij/zij/het rekent om
- wij rekenen om
- jullie rekenen om
- zij rekenen om
Onvoltooid verleden tijd
- ik rekende om
- jij rekende om
- hij/zij/het rekende om
- wij rekenden om
- jullie rekenden om
- zij rekenden om
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb omgerekend
- jij hebt omgerekend
- hij/zij/het heeft omgerekend
- wij hebben omgerekend
- jullie hebben omgerekend
- zij hebben omgerekend
Voltooid verleden tijd
- ik had omgerekend
- jij had omgerekend
- hij/zij/het had omgerekend
- wij hadden omgerekend
- jullie hadden omgerekend
- zij hadden omgerekend
Toekomende tijd I
- ik zal omrekenen
- jij zult omrekenen
- hij/zij/het zal omrekenen
- wij zullen omrekenen
- jullie zullen omrekenen
- zij zullen omrekenen
Toekomende tijd II
- ik zal omgerekend hebben
- jij zult omgerekend hebben
- hij/zij/het zal omgerekend hebben
- wij zullen omgerekend hebben
- jullie zullen omgerekend hebben
- zij zullen omgerekend hebben
Conditionalis I
- ik zou omrekenen
- jij zou omrekenen
- hij/zij/het zou omrekenen
- wij zouden omrekenen
- jullie zouden omrekenen
- zij zouden omrekenen
Conditionalis II
- ik zou hebben omgerekend
- jij zou hebben omgerekend
- hij/zij/het zou hebben omgerekend
- wij zouden hebben omgerekend
- jullie zouden hebben omgerekend
- zij zouden hebben omgerekend
Imperatief
- jij reken om
- jullie rekent om