Vervoeging van omwinden
Onbepaalde wijs (infinitief): omwinden
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik omwind
- jij omwindt
- hij/zij/het omwindt
- wij omwinden
- jullie omwinden
- zij omwinden
Onvoltooid verleden tijd
- ik omwond
- jij omwond
- hij/zij/het omwond
- wij omwonden
- jullie omwonden
- zij omwonden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb omwonden
- jij hebt omwonden
- hij/zij/het heeft omwonden
- wij hebben omwonden
- jullie hebben omwonden
- zij hebben omwonden
Voltooid verleden tijd
- ik had omwonden
- jij had omwonden
- hij/zij/het had omwonden
- wij hadden omwonden
- jullie hadden omwonden
- zij hadden omwonden
Toekomende tijd I
- ik zal omwinden
- jij zult omwinden
- hij/zij/het zal omwinden
- wij zullen omwinden
- jullie zullen omwinden
- zij zullen omwinden
Toekomende tijd II
- ik zal omwonden hebben
- jij zult omwonden hebben
- hij/zij/het zal omwonden hebben
- wij zullen omwonden hebben
- jullie zullen omwonden hebben
- zij zullen omwonden hebben
Conditionalis I
- ik zou omwinden
- jij zou omwinden
- hij/zij/het zou omwinden
- wij zouden omwinden
- jullie zouden omwinden
- zij zouden omwinden
Conditionalis II
- ik zou hebben omwonden
- jij zou hebben omwonden
- hij/zij/het zou hebben omwonden
- wij zouden hebben omwonden
- jullie zouden hebben omwonden
- zij zouden hebben omwonden
Imperatief
- jij omwind
- jullie omwindt