Vervoeging van ontwikkelen
Onbepaalde wijs (infinitief): ontwikkelen
Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ontwikkel
- jij ontwikkelt
- hij/zij/het ontwikkelt
- wij ontwikkelen
- jullie ontwikkelen
- zij ontwikkelen
Présent
- je développe
- tu développes
- il/elle développe
- nous développons
- vous développez
- ils/elles développent
Onvoltooid verleden tijd
- ik ontwikkelde
- jij ontwikkelde
- hij/zij/het ontwikkelde
- wij ontwikkelden
- jullie ontwikkelden
- zij ontwikkelden
Indicatif imparfait
- je développais
- tu développais
- il/elle développait
- nous développions
- vous développiez
- ils/elles développaient
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ontwikkeld
- jij hebt ontwikkeld
- hij/zij/het heeft ontwikkeld
- wij hebben ontwikkeld
- jullie hebben ontwikkeld
- zij hebben ontwikkeld
Indicatif passé composé
- j'ai développé
- tu as développé
- il/elle a développé
- nous avons développé
- vous avez développé
- ils/elles ont développé
Voltooid verleden tijd
- ik had ontwikkeld
- jij had ontwikkeld
- hij/zij/het had ontwikkeld
- wij hadden ontwikkeld
- jullie hadden ontwikkeld
- zij hadden ontwikkeld
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais développé
- tu avais développé
- il/elle avait développé
- nous avions développé
- vous aviez développé
- ils/elles avaient développé
Toekomende tijd I
- ik zal ontwikkelen
- jij zult ontwikkelen
- hij/zij/het zal ontwikkelen
- wij zullen ontwikkelen
- jullie zullen ontwikkelen
- zij zullen ontwikkelen
Indicatif futur
- je développerai
- tu développeras
- il/elle développera
- nous développerons
- vous développerez
- ils/elles développeront
Toekomende tijd II
- ik zal ontwikkeld hebben
- jij zult ontwikkeld hebben
- hij/zij/het zal ontwikkeld hebben
- wij zullen ontwikkeld hebben
- jullie zullen ontwikkeld hebben
- zij zullen ontwikkeld hebben
Indicatif futur antérieur
- j'aurai développé
- tu auras développé
- il/elle aura développé
- nous aurons développé
- vous aurez développé
- ils/elles auront développé
Conditionalis I
- ik zou ontwikkelen
- jij zou ontwikkelen
- hij/zij/het zou ontwikkelen
- wij zouden ontwikkelen
- jullie zouden ontwikkelen
- zij zouden ontwikkelen
Conditionnel présent
- je développerais
- tu développerais
- il/elle développerait
- nous développerions
- vous développeriez
- ils/elles développeraient
Conditionalis II
- ik zou hebben ontwikkeld
- jij zou hebben ontwikkeld
- hij/zij/het zou hebben ontwikkeld
- wij zouden hebben ontwikkeld
- jullie zouden hebben ontwikkeld
- zij zouden hebben ontwikkeld
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais développé
- tu aurais développé
- il/elle aurait développé
- nous aurions développé
- vous auriez développé
- ils/elles auraient développé
Imperatief
- jij ontwikkel
- jullie ontwikkelt
Impératif
- tu développe
- vous développez