Vervoeging van opslaan
Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik sla op
- jij slaat op
- hij/zij/het slaat op
- wij slaan op
- jullie slaan op
- zij slaan op
Présent
- j'emmagasine
- tu emmagasines
- il/elle emmagasine
- nous emmagasinons
- vous emmagasinez
- ils/elles emmagasinent
Onvoltooid verleden tijd
- ik sloeg op
- jij sloeg op
- hij/zij/het sloeg op
- wij sloegen op
- jullie sloegen op
- zij sloegen op
Indicatif imparfait
- j'emmagasinais
- tu emmagasinais
- il/elle emmagasinait
- nous emmagasinions
- vous emmagasiniez
- ils/elles emmagasinaient
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opgeslagen
- jij hebt opgeslagen
- hij/zij/het heeft opgeslagen
- wij hebben opgeslagen
- jullie hebben opgeslagen
- zij hebben opgeslagen
Indicatif passé composé
- j'ai emmagasiné
- tu as emmagasiné
- il/elle a emmagasiné
- nous avons emmagasiné
- vous avez emmagasiné
- ils/elles ont emmagasiné
Voltooid verleden tijd
- ik had opgeslagen
- jij had opgeslagen
- hij/zij/het had opgeslagen
- wij hadden opgeslagen
- jullie hadden opgeslagen
- zij hadden opgeslagen
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais emmagasiné
- tu avais emmagasiné
- il/elle avait emmagasiné
- nous avions emmagasiné
- vous aviez emmagasiné
- ils/elles avaient emmagasiné
Toekomende tijd I
- ik zal opslaan
- jij zult opslaan
- hij/zij/het zal opslaan
- wij zullen opslaan
- jullie zullen opslaan
- zij zullen opslaan
Indicatif futur
- j'emmagasinerai
- tu emmagasineras
- il/elle emmagasinera
- nous emmagasinerons
- vous emmagasinerez
- ils/elles emmagasineront
Toekomende tijd II
- ik zal opgeslagen hebben
- jij zult opgeslagen hebben
- hij/zij/het zal opgeslagen hebben
- wij zullen opgeslagen hebben
- jullie zullen opgeslagen hebben
- zij zullen opgeslagen hebben
Indicatif futur antérieur
- j'aurai emmagasiné
- tu auras emmagasiné
- il/elle aura emmagasiné
- nous aurons emmagasiné
- vous aurez emmagasiné
- ils/elles auront emmagasiné
Conditionalis I
- ik zou opslaan
- jij zou opslaan
- hij/zij/het zou opslaan
- wij zouden opslaan
- jullie zouden opslaan
- zij zouden opslaan
Conditionnel présent
- j'emmagasinerais
- tu emmagasinerais
- il/elle emmagasinerait
- nous emmagasinerions
- vous emmagasineriez
- ils/elles emmagasineraient
Conditionalis II
- ik zou hebben opgeslagen
- jij zou hebben opgeslagen
- hij/zij/het zou hebben opgeslagen
- wij zouden hebben opgeslagen
- jullie zouden hebben opgeslagen
- zij zouden hebben opgeslagen
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais emmagasiné
- tu aurais emmagasiné
- il/elle aurait emmagasiné
- nous aurions emmagasiné
- vous auriez emmagasiné
- ils/elles auraient emmagasiné
Imperatief
- jij sla op
- jullie slaat op
Impératif
- tu emmagasine
- vous emmagasinez