Vervoeging van opsmukken

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik smuk op
    • jij smukt op
    • hij/zij/het smukt op
    • wij smukken op
    • jullie smukken op
    • zij smukken op
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik smukte op
    • jij smukte op
    • hij/zij/het smukte op
    • wij smukten op
    • jullie smukten op
    • zij smukten op
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb opgesmukt
    • jij hebt opgesmukt
    • hij/zij/het heeft opgesmukt
    • wij hebben opgesmukt
    • jullie hebben opgesmukt
    • zij hebben opgesmukt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had opgesmukt
    • jij had opgesmukt
    • hij/zij/het had opgesmukt
    • wij hadden opgesmukt
    • jullie hadden opgesmukt
    • zij hadden opgesmukt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal opsmukken
    • jij zult opsmukken
    • hij/zij/het zal opsmukken
    • wij zullen opsmukken
    • jullie zullen opsmukken
    • zij zullen opsmukken
  • Toekomende tijd II

    • ik zal opgesmukt hebben
    • jij zult opgesmukt hebben
    • hij/zij/het zal opgesmukt hebben
    • wij zullen opgesmukt hebben
    • jullie zullen opgesmukt hebben
    • zij zullen opgesmukt hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou opsmukken
    • jij zou opsmukken
    • hij/zij/het zou opsmukken
    • wij zouden opsmukken
    • jullie zouden opsmukken
    • zij zouden opsmukken
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben opgesmukt
    • jij zou hebben opgesmukt
    • hij/zij/het zou hebben opgesmukt
    • wij zouden hebben opgesmukt
    • jullie zouden hebben opgesmukt
    • zij zouden hebben opgesmukt
  • Imperatief

    • jij smuk op
    • jullie smukt op

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van opsmukken