Vervoeging van riposteren
Onbepaalde wijs (infinitief): riposteren
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik riposteer
- jij riposteert
- hij/zij/het riposteert
- wij riposteren
- jullie riposteren
- zij riposteren
Onvoltooid verleden tijd
- ik riposteerde
- jij riposteerde
- hij/zij/het riposteerde
- wij riposteerden
- jullie riposteerden
- zij riposteerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geriposteerd
- jij hebt geriposteerd
- hij/zij/het heeft geriposteerd
- wij hebben geriposteerd
- jullie hebben geriposteerd
- zij hebben geriposteerd
Voltooid verleden tijd
- ik had geriposteerd
- jij had geriposteerd
- hij/zij/het had geriposteerd
- wij hadden geriposteerd
- jullie hadden geriposteerd
- zij hadden geriposteerd
Toekomende tijd I
- ik zal riposteren
- jij zult riposteren
- hij/zij/het zal riposteren
- wij zullen riposteren
- jullie zullen riposteren
- zij zullen riposteren
Toekomende tijd II
- ik zal geriposteerd hebben
- jij zult geriposteerd hebben
- hij/zij/het zal geriposteerd hebben
- wij zullen geriposteerd hebben
- jullie zullen geriposteerd hebben
- zij zullen geriposteerd hebben
Conditionalis I
- ik zou riposteren
- jij zou riposteren
- hij/zij/het zou riposteren
- wij zouden riposteren
- jullie zouden riposteren
- zij zouden riposteren
Conditionalis II
- ik zou hebben geriposteerd
- jij zou hebben geriposteerd
- hij/zij/het zou hebben geriposteerd
- wij zouden hebben geriposteerd
- jullie zouden hebben geriposteerd
- zij zouden hebben geriposteerd
Imperatief
- jij riposteer
- jullie riposteert