Vervoeging van samendoen
Onbepaalde wijs (infinitief): samendoen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik doe samen
- jij doet samen
- hij/zij/het doet samen
- wij doen samen
- jullie doen samen
- zij doen samen
Onvoltooid verleden tijd
- ik deed samen
- jij deed samen
- hij/zij/het deed samen
- wij deden samen
- jullie deden samen
- zij deden samen
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb samengedaan
- jij hebt samengedaan
- hij/zij/het heeft samengedaan
- wij hebben samengedaan
- jullie hebben samengedaan
- zij hebben samengedaan
Voltooid verleden tijd
- ik had samengedaan
- jij had samengedaan
- hij/zij/het had samengedaan
- wij hadden samengedaan
- jullie hadden samengedaan
- zij hadden samengedaan
Toekomende tijd I
- ik zal samendoen
- jij zult samendoen
- hij/zij/het zal samendoen
- wij zullen samendoen
- jullie zullen samendoen
- zij zullen samendoen
Toekomende tijd II
- ik zal samengedaan hebben
- jij zult samengedaan hebben
- hij/zij/het zal samengedaan hebben
- wij zullen samengedaan hebben
- jullie zullen samengedaan hebben
- zij zullen samengedaan hebben
Conditionalis I
- ik zou samendoen
- jij zou samendoen
- hij/zij/het zou samendoen
- wij zouden samendoen
- jullie zouden samendoen
- zij zouden samendoen
Conditionalis II
- ik zou hebben samengedaan
- jij zou hebben samengedaan
- hij/zij/het zou hebben samengedaan
- wij zouden hebben samengedaan
- jullie zouden hebben samengedaan
- zij zouden hebben samengedaan
Imperatief
- jij doe samen
- jullie doet samen