Vervoeging van superviseren
Onbepaalde wijs (infinitief): superviseren
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik superviseer
- jij superviseert
- hij/zij/het superviseert
- wij superviseren
- jullie superviseren
- zij superviseren
Onvoltooid verleden tijd
- ik superviseerde
- jij superviseerde
- hij/zij/het superviseerde
- wij superviseerden
- jullie superviseerden
- zij superviseerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gesuperviseerd
- jij hebt gesuperviseerd
- hij/zij/het heeft gesuperviseerd
- wij hebben gesuperviseerd
- jullie hebben gesuperviseerd
- zij hebben gesuperviseerd
Voltooid verleden tijd
- ik had gesuperviseerd
- jij had gesuperviseerd
- hij/zij/het had gesuperviseerd
- wij hadden gesuperviseerd
- jullie hadden gesuperviseerd
- zij hadden gesuperviseerd
Toekomende tijd I
- ik zal superviseren
- jij zult superviseren
- hij/zij/het zal superviseren
- wij zullen superviseren
- jullie zullen superviseren
- zij zullen superviseren
Toekomende tijd II
- ik zal gesuperviseerd hebben
- jij zult gesuperviseerd hebben
- hij/zij/het zal gesuperviseerd hebben
- wij zullen gesuperviseerd hebben
- jullie zullen gesuperviseerd hebben
- zij zullen gesuperviseerd hebben
Conditionalis I
- ik zou superviseren
- jij zou superviseren
- hij/zij/het zou superviseren
- wij zouden superviseren
- jullie zouden superviseren
- zij zouden superviseren
Conditionalis II
- ik zou hebben gesuperviseerd
- jij zou hebben gesuperviseerd
- hij/zij/het zou hebben gesuperviseerd
- wij zouden hebben gesuperviseerd
- jullie zouden hebben gesuperviseerd
- zij zouden hebben gesuperviseerd
Imperatief
- jij superviseer
- jullie superviseert