Vervoeging van thuislaten
Onbepaalde wijs (infinitief): thuislaten
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik laat thuis
- jij laat thuis
- hij/zij/het laat thuis
- wij laten thuis
- jullie laten thuis
- zij laten thuis
Onvoltooid verleden tijd
- ik liet thuis
- jij liet thuis
- hij/zij/het liet thuis
- wij lieten thuis
- jullie lieten thuis
- zij lieten thuis
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb thuisgelaten
- jij hebt thuisgelaten
- hij/zij/het heeft thuisgelaten
- wij hebben thuisgelaten
- jullie hebben thuisgelaten
- zij hebben thuisgelaten
Voltooid verleden tijd
- ik had thuisgelaten
- jij had thuisgelaten
- hij/zij/het had thuisgelaten
- wij hadden thuisgelaten
- jullie hadden thuisgelaten
- zij hadden thuisgelaten
Toekomende tijd I
- ik zal thuislaten
- jij zult thuislaten
- hij/zij/het zal thuislaten
- wij zullen thuislaten
- jullie zullen thuislaten
- zij zullen thuislaten
Toekomende tijd II
- ik zal thuisgelaten hebben
- jij zult thuisgelaten hebben
- hij/zij/het zal thuisgelaten hebben
- wij zullen thuisgelaten hebben
- jullie zullen thuisgelaten hebben
- zij zullen thuisgelaten hebben
Conditionalis I
- ik zou thuislaten
- jij zou thuislaten
- hij/zij/het zou thuislaten
- wij zouden thuislaten
- jullie zouden thuislaten
- zij zouden thuislaten
Conditionalis II
- ik zou hebben thuisgelaten
- jij zou hebben thuisgelaten
- hij/zij/het zou hebben thuisgelaten
- wij zouden hebben thuisgelaten
- jullie zouden hebben thuisgelaten
- zij zouden hebben thuisgelaten
Imperatief
- jij laat thuis
- jullie laat thuis