Vervoeging van toornen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik toorn
- jij toornt
- hij/zij/het toornt
- wij toornen
- jullie toornen
- zij toornen
Onvoltooid verleden tijd
- ik toornde
- jij toornde
- hij/zij/het toornde
- wij toornden
- jullie toornden
- zij toornden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb getoornd
- jij hebt getoornd
- hij/zij/het heeft getoornd
- wij hebben getoornd
- jullie hebben getoornd
- zij hebben getoornd
Voltooid verleden tijd
- ik had getoornd
- jij had getoornd
- hij/zij/het had getoornd
- wij hadden getoornd
- jullie hadden getoornd
- zij hadden getoornd
Toekomende tijd I
- ik zal toornen
- jij zult toornen
- hij/zij/het zal toornen
- wij zullen toornen
- jullie zullen toornen
- zij zullen toornen
Toekomende tijd II
- ik zal getoornd hebben
- jij zult getoornd hebben
- hij/zij/het zal getoornd hebben
- wij zullen getoornd hebben
- jullie zullen getoornd hebben
- zij zullen getoornd hebben
Conditionalis I
- ik zou toornen
- jij zou toornen
- hij/zij/het zou toornen
- wij zouden toornen
- jullie zouden toornen
- zij zouden toornen
Conditionalis II
- ik zou hebben getoornd
- jij zou hebben getoornd
- hij/zij/het zou hebben getoornd
- wij zouden hebben getoornd
- jullie zouden hebben getoornd
- zij zouden hebben getoornd
Imperatief
- jij toorn
- jullie toornt