Vervoeging van vergrijzen
Onbepaalde wijs (infinitief): vergrijzen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vergrijs
- jij vergrijst
- hij/zij/het vergrijst
- wij vergrijzen
- jullie vergrijzen
- zij vergrijzen
Onvoltooid verleden tijd
- ik vergrijsde
- jij vergrijsde
- hij/zij/het vergrijsde
- wij vergrijsden
- jullie vergrijsden
- zij vergrijsden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben vergrijsd
- jij bent vergrijsd
- hij/zij/het is vergrijsd
- wij zijn vergrijsd
- jullie zijn vergrijsd
- zij zijn vergrijsd
Voltooid verleden tijd
- ik was vergrijsd
- jij was vergrijsd
- hij/zij/het was vergrijsd
- wij waren vergrijsd
- jullie waren vergrijsd
- zij waren vergrijsd
Toekomende tijd I
- ik zal vergrijzen
- jij zult vergrijzen
- hij/zij/het zal vergrijzen
- wij zullen vergrijzen
- jullie zullen vergrijzen
- zij zullen vergrijzen
Toekomende tijd II
- ik zal vergrijsd zijn
- jij zult vergrijsd zijn
- hij/zij/het zal vergrijsd zijn
- wij zullen vergrijsd zijn
- jullie zullen vergrijsd zijn
- zij zullen vergrijsd zijn
Conditionalis I
- ik zou vergrijzen
- jij zou vergrijzen
- hij/zij/het zou vergrijzen
- wij zouden vergrijzen
- jullie zouden vergrijzen
- zij zouden vergrijzen
Conditionalis II
- ik zou zijn vergrijsd
- jij zou zijn vergrijsd
- hij/zij/het zou zijn vergrijsd
- wij zouden zijn vergrijsd
- jullie zouden zijn vergrijsd
- zij zouden zijn vergrijsd
Imperatief
- jij vergrijs
- jullie vergrijst