Vervoeging van verkrijgen
Onbepaalde wijs (infinitief): verkrijgen
Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verkrijg
- jij verkrijgt
- hij/zij/het verkrijgt
- wij verkrijgen
- jullie verkrijgen
- zij verkrijgen
Présent
- j'obtiens
- tu obtiens
- il/elle obtient
- nous obtenons
- vous obtenez
- ils/elles obtiennent
Onvoltooid verleden tijd
- ik verkreeg
- jij verkreeg
- hij/zij/het verkreeg
- wij verkregen
- jullie verkregen
- zij verkregen
Indicatif imparfait
- j'obtenais
- tu obtenais
- il/elle obtenait
- nous obtenions
- vous obteniez
- ils/elles obtenaient
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verkregen
- jij hebt verkregen
- hij/zij/het heeft verkregen
- wij hebben verkregen
- jullie hebben verkregen
- zij hebben verkregen
Indicatif passé composé
- j'ai obtenu
- tu as obtenu
- il/elle a obtenu
- nous avons obtenu
- vous avez obtenu
- ils/elles ont obtenu
Voltooid verleden tijd
- ik had verkregen
- jij had verkregen
- hij/zij/het had verkregen
- wij hadden verkregen
- jullie hadden verkregen
- zij hadden verkregen
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais obtenu
- tu avais obtenu
- il/elle avait obtenu
- nous avions obtenu
- vous aviez obtenu
- ils/elles avaient obtenu
Toekomende tijd I
- ik zal verkrijgen
- jij zult verkrijgen
- hij/zij/het zal verkrijgen
- wij zullen verkrijgen
- jullie zullen verkrijgen
- zij zullen verkrijgen
Indicatif futur
- j'obtiendrai
- tu obtiendras
- il/elle obtiendra
- nous obtiendrons
- vous obtiendrez
- ils/elles obtiendront
Toekomende tijd II
- ik zal verkregen hebben
- jij zult verkregen hebben
- hij/zij/het zal verkregen hebben
- wij zullen verkregen hebben
- jullie zullen verkregen hebben
- zij zullen verkregen hebben
Indicatif futur antérieur
- j'aurai obtenu
- tu auras obtenu
- il/elle aura obtenu
- nous aurons obtenu
- vous aurez obtenu
- ils/elles auront obtenu
Conditionalis I
- ik zou verkrijgen
- jij zou verkrijgen
- hij/zij/het zou verkrijgen
- wij zouden verkrijgen
- jullie zouden verkrijgen
- zij zouden verkrijgen
Conditionnel présent
- j'obtiendrais
- tu obtiendrais
- il/elle obtiendrait
- nous obtiendrions
- vous obtiendriez
- ils/elles obtiendraient
Conditionalis II
- ik zou hebben verkregen
- jij zou hebben verkregen
- hij/zij/het zou hebben verkregen
- wij zouden hebben verkregen
- jullie zouden hebben verkregen
- zij zouden hebben verkregen
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais obtenu
- tu aurais obtenu
- il/elle aurait obtenu
- nous aurions obtenu
- vous auriez obtenu
- ils/elles auraient obtenu