Vervoeging van verlevendigen
Onbepaalde wijs (infinitief): verlevendigen
Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het verlevendigt
- zij verlevendigen
Présent
- il/elle anime
- ils/elles animent
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het verlevendigde
- zij verlevendigden
Indicatif imparfait
- il/elle animait
- ils/elles animaient
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft verlevendigd
- zij hebben verlevendigd
Indicatif passé composé
- il/elle a animé
- ils/elles ont animé
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had verlevendigd
- zij hadden verlevendigd
Indicatif plus-que-parfait
- il/elle avait animé
- ils/elles avaient animé
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal verlevendigen
- zij zult verlevendigen
Indicatif futur
- il/elle animera
- ils/elles animeront
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal verlevendigd hebben
- zij zult verlevendigd hebben
Indicatif futur antérieur
- il/elle aura animé
- ils/elles auront animé
Conditionalis I
- hij/zij/het zal verlevendigen
- zij zullen verlevendigen
Conditionnel présent
- il/elle animerait
- ils/elles animeraient
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben verlevendigd
- zij zullen hebben verlevendigd
Conditionnel passé (1ère forme)
- il/elle aurait animé
- ils/elles auraient animé