Vervoeging van veroveren
Onbepaalde wijs (infinitief): veroveren
Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verover
- jij verovert
- hij/zij/het verovert
- wij veroveren
- jullie veroveren
- zij veroveren
Présent
- je conquiers
- tu conquiers
- il/elle conquiert
- nous conquérons
- vous conquérez
- ils/elles conquièrent
Onvoltooid verleden tijd
- ik veroverde
- jij veroverde
- hij/zij/het veroverde
- wij veroverden
- jullie veroverden
- zij veroverden
Indicatif imparfait
- je conquérais
- tu conquérais
- il/elle conquérait
- nous conquérions
- vous conquériez
- ils/elles conquéraient
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb veroverd
- jij hebt veroverd
- hij/zij/het heeft veroverd
- wij hebben veroverd
- jullie hebben veroverd
- zij hebben veroverd
Indicatif passé composé
- j'ai conquis
- tu as conquis
- il/elle a conquis
- nous avons conquis
- vous avez conquis
- ils/elles ont conquis
Voltooid verleden tijd
- ik had veroverd
- jij had veroverd
- hij/zij/het had veroverd
- wij hadden veroverd
- jullie hadden veroverd
- zij hadden veroverd
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais conquis
- tu avais conquis
- il/elle avait conquis
- nous avions conquis
- vous aviez conquis
- ils/elles avaient conquis
Toekomende tijd I
- ik zal veroveren
- jij zult veroveren
- hij/zij/het zal veroveren
- wij zullen veroveren
- jullie zullen veroveren
- zij zullen veroveren
Indicatif futur
- je conquerrai
- tu conquerras
- il/elle conquerra
- nous conquerrons
- vous conquerrez
- ils/elles conquerront
Toekomende tijd II
- ik zal veroverd hebben
- jij zult veroverd hebben
- hij/zij/het zal veroverd hebben
- wij zullen veroverd hebben
- jullie zullen veroverd hebben
- zij zullen veroverd hebben
Indicatif futur antérieur
- j'aurai conquis
- tu auras conquis
- il/elle aura conquis
- nous aurons conquis
- vous aurez conquis
- ils/elles auront conquis
Conditionalis I
- ik zou veroveren
- jij zou veroveren
- hij/zij/het zou veroveren
- wij zouden veroveren
- jullie zouden veroveren
- zij zouden veroveren
Conditionnel présent
- je conquerrais
- tu conquerrais
- il/elle conquerrait
- nous conquerrions
- vous conquerriez
- ils/elles conquerraient
Conditionalis II
- ik zou hebben veroverd
- jij zou hebben veroverd
- hij/zij/het zou hebben veroverd
- wij zouden hebben veroverd
- jullie zouden hebben veroverd
- zij zouden hebben veroverd
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais conquis
- tu aurais conquis
- il/elle aurait conquis
- nous aurions conquis
- vous auriez conquis
- ils/elles auraient conquis
Imperatief
- jij verover
- jullie verovert
Impératif
- tu conquiers
- vous conquérez