Vervoeging van aanharden

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik hard aan
    • jij hardt aan
    • hij/zij/het hardt aan
    • wij harden aan
    • jullie harden aan
    • zij harden aan
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik hardde aan
    • jij hardde aan
    • hij/zij/het hardde aan
    • wij hardden aan
    • jullie hardden aan
    • zij hardden aan
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb aangehard
    • jij hebt aangehard
    • hij/zij/het heeft aangehard
    • wij hebben aangehard
    • jullie hebben aangehard
    • zij hebben aangehard
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had aangehard
    • jij had aangehard
    • hij/zij/het had aangehard
    • wij hadden aangehard
    • jullie hadden aangehard
    • zij hadden aangehard
  • Toekomende tijd I

    • ik zal aanharden
    • jij zult aanharden
    • hij/zij/het zal aanharden
    • wij zullen aanharden
    • jullie zullen aanharden
    • zij zullen aanharden
  • Toekomende tijd II

    • ik zal aangehard hebben
    • jij zult aangehard hebben
    • hij/zij/het zal aangehard hebben
    • wij zullen aangehard hebben
    • jullie zullen aangehard hebben
    • zij zullen aangehard hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou aanharden
    • jij zou aanharden
    • hij/zij/het zou aanharden
    • wij zouden aanharden
    • jullie zouden aanharden
    • zij zouden aanharden
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben aangehard
    • jij zou hebben aangehard
    • hij/zij/het zou hebben aangehard
    • wij zouden hebben aangehard
    • jullie zouden hebben aangehard
    • zij zouden hebben aangehard
  • Imperatief

    • jij hard aan
    • jullie hardt aan