Vervoeging van aanstijven
Onbepaalde wijs (infinitief): aanstijven
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stijf aan
- jij stijft aan
- hij/zij/het stijft aan
- wij stijven aan
- jullie stijven aan
- zij stijven aan
Onvoltooid verleden tijd
- ik stijfde aan
- jij stijfde aan
- hij/zij/het stijfde aan
- wij stijfden aan
- jullie stijfden aan
- zij stijfden aan
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben aangestijfd
- jij bent aangestijfd
- hij/zij/het is aangestijfd
- wij zijn aangestijfd
- jullie zijn aangestijfd
- zij zijn aangestijfd
Voltooid verleden tijd
- ik was aangestijfd
- jij was aangestijfd
- hij/zij/het was aangestijfd
- wij waren aangestijfd
- jullie waren aangestijfd
- zij waren aangestijfd
Toekomende tijd I
- ik zal aanstijven
- jij zult aanstijven
- hij/zij/het zal aanstijven
- wij zullen aanstijven
- jullie zullen aanstijven
- zij zullen aanstijven
Toekomende tijd II
- ik zal aangestijfd zijn
- jij zult aangestijfd zijn
- hij/zij/het zal aangestijfd zijn
- wij zullen aangestijfd zijn
- jullie zullen aangestijfd zijn
- zij zullen aangestijfd zijn
Conditionalis I
- ik zou aanstijven
- jij zou aanstijven
- hij/zij/het zou aanstijven
- wij zouden aanstijven
- jullie zouden aanstijven
- zij zouden aanstijven
Conditionalis II
- ik zou zijn aangestijfd
- jij zou zijn aangestijfd
- hij/zij/het zou zijn aangestijfd
- wij zouden zijn aangestijfd
- jullie zouden zijn aangestijfd
- zij zouden zijn aangestijfd
Imperatief
- jij stijf aan
- jullie stijft aan