Vervoeging van aantekenen

Onbepaalde wijs (infinitief): aantekenen

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik teken aan
  • jij tekent aan
  • hij/zij/het tekent aan
  • wij tekenen aan
  • jullie tekenen aan
  • zij tekenen aan

Presente

  • io raccomando
  • tu raccomandi
  • lui/lei/Lei raccomanda
  • noi raccomandiamo
  • voi/Voi raccomandate
  • loro/Loro raccomandano

Onvoltooid verleden tijd

  • ik tekende aan
  • jij tekende aan
  • hij/zij/het tekende aan
  • wij tekenden aan
  • jullie tekenden aan
  • zij tekenden aan

Imperfetto

  • io raccomandavo
  • tu raccomandavi
  • lui/lei/Lei raccomandava
  • noi raccomandavamo
  • voi/Voi raccomandavate
  • loro/Loro raccomandavano

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb aangetekend
  • jij hebt aangetekend
  • hij/zij/het heeft aangetekend
  • wij hebben aangetekend
  • jullie hebben aangetekend
  • zij hebben aangetekend

Passato prossimo

  • io ho raccomandato
  • tu hai raccomandato
  • lui/lei/Lei ha raccomandato
  • noi abbiamo raccomandato
  • voi/Voi avete raccomandato
  • loro/Loro hanno raccomandato

Voltooid verleden tijd

  • ik had aangetekend
  • jij had aangetekend
  • hij/zij/het had aangetekend
  • wij hadden aangetekend
  • jullie hadden aangetekend
  • zij hadden aangetekend

Trapassato prossimo

  • io avevo raccomandato
  • tu avevi raccomandato
  • lui/lei/Lei aveva raccomandato
  • noi avevamo raccomandato
  • voi/Voi avevate raccomandato
  • loro/Loro avevano raccomandato

Toekomende tijd I

  • ik zal aantekenen
  • jij zult aantekenen
  • hij/zij/het zal aantekenen
  • wij zullen aantekenen
  • jullie zullen aantekenen
  • zij zullen aantekenen

Futuro semplice

  • io raccomanderò
  • tu raccomanderai
  • lui/lei/Lei raccomanderà
  • noi raccomanderemo
  • voi/Voi raccomanderete
  • loro/Loro raccomanderanno

Toekomende tijd II

  • ik zal aangetekend hebben
  • jij zult aangetekend hebben
  • hij/zij/het zal aangetekend hebben
  • wij zullen aangetekend hebben
  • jullie zullen aangetekend hebben
  • zij zullen aangetekend hebben

Futuro anteriore

  • io avrò raccomandato
  • tu avrai raccomandato
  • lui/lei/Lei avrà raccomandato
  • noi avremo raccomandato
  • voi/Voi avrete raccomandato
  • loro/Loro avranno raccomandato

Conditionalis I

  • ik zou aantekenen
  • jij zou aantekenen
  • hij/zij/het zou aantekenen
  • wij zouden aantekenen
  • jullie zouden aantekenen
  • zij zouden aantekenen

Condizionale presente

  • io raccomanderei
  • tu raccomanderesti
  • lui/lei/Lei raccomanderebbe
  • noi raccomanderemmo
  • voi/Voi raccomandereste
  • loro/Loro raccomanderebbero

Conditionalis II

  • ik zou hebben aangetekend
  • jij zou hebben aangetekend
  • hij/zij/het zou hebben aangetekend
  • wij zouden hebben aangetekend
  • jullie zouden hebben aangetekend
  • zij zouden hebben aangetekend

Condizionale passato

  • io avrei raccomandato
  • tu avresti raccomandato
  • lui/lei/Lei avrebbe raccomandato
  • noi avremmo raccomandato
  • voi/Voi avreste raccomandato
  • loro/Loro avrebbero raccomandato

Imperatief

  • jij teken aan
  • jullie tekent aan

Imperativo

  • tu raccomanda
  • voi/Voi raccomandate

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van aantekenen