Vervoeging van afdruppen
Onbepaalde wijs (infinitief): afdruppen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het drupt af
- zij druppen af
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het drupte af
- zij drupten af
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is afgedrupt
- zij zijn afgedrupt
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was afgedrupt
- zij waren afgedrupt
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal afdruppen
- zij zult afdruppen
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal afgedrupt zijn
- zij zult afgedrupt zijn
Conditionalis I
- hij/zij/het zal afdruppen
- zij zullen afdruppen
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn afgedrupt
- zij zullen zijn afgedrupt