Vervoeging van afstuwen

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik stuw af
    • jij stuwt af
    • hij/zij/het stuwt af
    • wij stuwen af
    • jullie stuwen af
    • zij stuwen af
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik stuwde af
    • jij stuwde af
    • hij/zij/het stuwde af
    • wij stuwden af
    • jullie stuwden af
    • zij stuwden af
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb afgestuwd
    • jij hebt afgestuwd
    • hij/zij/het heeft afgestuwd
    • wij hebben afgestuwd
    • jullie hebben afgestuwd
    • zij hebben afgestuwd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had afgestuwd
    • jij had afgestuwd
    • hij/zij/het had afgestuwd
    • wij hadden afgestuwd
    • jullie hadden afgestuwd
    • zij hadden afgestuwd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal afstuwen
    • jij zult afstuwen
    • hij/zij/het zal afstuwen
    • wij zullen afstuwen
    • jullie zullen afstuwen
    • zij zullen afstuwen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal afgestuwd hebben
    • jij zult afgestuwd hebben
    • hij/zij/het zal afgestuwd hebben
    • wij zullen afgestuwd hebben
    • jullie zullen afgestuwd hebben
    • zij zullen afgestuwd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou afstuwen
    • jij zou afstuwen
    • hij/zij/het zou afstuwen
    • wij zouden afstuwen
    • jullie zouden afstuwen
    • zij zouden afstuwen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben afgestuwd
    • jij zou hebben afgestuwd
    • hij/zij/het zou hebben afgestuwd
    • wij zouden hebben afgestuwd
    • jullie zouden hebben afgestuwd
    • zij zouden hebben afgestuwd
  • Imperatief

    • jij stuw af
    • jullie stuwt af