Vervoeging van baren
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik baar
- jij baart
- hij/zij/het baart
- wij baren
- jullie baren
- zij baren
Onvoltooid verleden tijd
- ik baarde
- jij baarde
- hij/zij/het baarde
- wij baarden
- jullie baarden
- zij baarden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gebaard
- jij hebt gebaard
- hij/zij/het heeft gebaard
- wij hebben gebaard
- jullie hebben gebaard
- zij hebben gebaard
Voltooid verleden tijd
- ik had gebaard
- jij had gebaard
- hij/zij/het had gebaard
- wij hadden gebaard
- jullie hadden gebaard
- zij hadden gebaard
Toekomende tijd I
- ik zal baren
- jij zult baren
- hij/zij/het zal baren
- wij zullen baren
- jullie zullen baren
- zij zullen baren
Toekomende tijd II
- ik zal gebaard hebben
- jij zult gebaard hebben
- hij/zij/het zal gebaard hebben
- wij zullen gebaard hebben
- jullie zullen gebaard hebben
- zij zullen gebaard hebben
Conditionalis I
- ik zou baren
- jij zou baren
- hij/zij/het zou baren
- wij zouden baren
- jullie zouden baren
- zij zouden baren
Conditionalis II
- ik zou hebben gebaard
- jij zou hebben gebaard
- hij/zij/het zou hebben gebaard
- wij zouden hebben gebaard
- jullie zouden hebben gebaard
- zij zouden hebben gebaard
Imperatief
- jij baar
- jullie baart