Vervoeging van bazelen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bazel
- jij bazelt
- hij/zij/het bazelt
- wij bazelen
- jullie bazelen
- zij bazelen
Onvoltooid verleden tijd
- ik bazelde
- jij bazelde
- hij/zij/het bazelde
- wij bazelden
- jullie bazelden
- zij bazelden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gebazeld
- jij hebt gebazeld
- hij/zij/het heeft gebazeld
- wij hebben gebazeld
- jullie hebben gebazeld
- zij hebben gebazeld
Voltooid verleden tijd
- ik had gebazeld
- jij had gebazeld
- hij/zij/het had gebazeld
- wij hadden gebazeld
- jullie hadden gebazeld
- zij hadden gebazeld
Toekomende tijd I
- ik zal bazelen
- jij zult bazelen
- hij/zij/het zal bazelen
- wij zullen bazelen
- jullie zullen bazelen
- zij zullen bazelen
Toekomende tijd II
- ik zal gebazeld hebben
- jij zult gebazeld hebben
- hij/zij/het zal gebazeld hebben
- wij zullen gebazeld hebben
- jullie zullen gebazeld hebben
- zij zullen gebazeld hebben
Conditionalis I
- ik zou bazelen
- jij zou bazelen
- hij/zij/het zou bazelen
- wij zouden bazelen
- jullie zouden bazelen
- zij zouden bazelen
Conditionalis II
- ik zou hebben gebazeld
- jij zou hebben gebazeld
- hij/zij/het zou hebben gebazeld
- wij zouden hebben gebazeld
- jullie zouden hebben gebazeld
- zij zouden hebben gebazeld
Imperatief
- jij bazel
- jullie bazelt