Vervoeging van bestaan
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik besta
- jij bestaat
- hij/zij/het bestaat
- wij bestaan
- jullie bestaan
- zij bestaan
Presente
- io esisto
- tu esisti
- lui/lei/Lei esiste
- noi esistiamo
- voi/Voi esistete
- loro/Loro esistono
Onvoltooid verleden tijd
- ik bestond
- jij bestond
- hij/zij/het bestond
- wij bestonden
- jullie bestonden
- zij bestonden
Imperfetto
- io esistevo
- tu esistevi
- lui/lei/Lei esisteva
- noi esistevamo
- voi/Voi esistevate
- loro/Loro esistevano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bestaan
- jij hebt bestaan
- hij/zij/het heeft bestaan
- wij hebben bestaan
- jullie hebben bestaan
- zij hebben bestaan
Passato prossimo
- io sono esistito
- tu sei esistito
- lui/lei/Lei è esistito
- noi siamo esistiti
- voi/Voi siete esistiti
- loro/Loro sono esistiti
Voltooid verleden tijd
- ik had bestaan
- jij had bestaan
- hij/zij/het had bestaan
- wij hadden bestaan
- jullie hadden bestaan
- zij hadden bestaan
Trapassato prossimo
- io ero esistito
- tu eri esistito
- lui/lei/Lei era esistito
- noi eravamo esistiti
- voi/Voi eravate esistiti
- loro/Loro erano esistiti
Toekomende tijd I
- ik zal bestaan
- jij zult bestaan
- hij/zij/het zal bestaan
- wij zullen bestaan
- jullie zullen bestaan
- zij zullen bestaan
Futuro semplice
- io esisterò
- tu esisterai
- lui/lei/Lei esisterà
- noi esisteremo
- voi/Voi esisterete
- loro/Loro esisteranno
Toekomende tijd II
- ik zal bestaan hebben
- jij zult bestaan hebben
- hij/zij/het zal bestaan hebben
- wij zullen bestaan hebben
- jullie zullen bestaan hebben
- zij zullen bestaan hebben
Futuro anteriore
- io sarò esistito
- tu sarai esistito
- lui/lei/Lei sarà esistito
- noi saremo esistiti
- voi/Voi sarete esistiti
- loro/Loro saranno esistiti
Conditionalis I
- ik zou bestaan
- jij zou bestaan
- hij/zij/het zou bestaan
- wij zouden bestaan
- jullie zouden bestaan
- zij zouden bestaan
Condizionale presente
- io esisterei
- tu esisteresti
- lui/lei/Lei esisterebbe
- noi esisteremmo
- voi/Voi esistereste
- loro/Loro esisterebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben bestaan
- jij zou hebben bestaan
- hij/zij/het zou hebben bestaan
- wij zouden hebben bestaan
- jullie zouden hebben bestaan
- zij zouden hebben bestaan
Condizionale passato
- io sarei esistito
- tu saresti esistito
- lui/lei/Lei sarebbe esistito
- noi saremmo esistiti
- voi/Voi sareste esistiti
- loro/Loro sarebbero esistiti
Imperatief
- jij besta
- jullie bestaat
Imperativo
- tu esisti
- voi/Voi esistete