Vervoeging van betekenen
Onbepaalde wijs (infinitief): betekenen
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik beteken
- jij betekent
- hij/zij/het betekent
- wij betekenen
- jullie betekenen
- zij betekenen
Presente
- io significo
- tu significhi
- lui/lei/Lei significa
- noi significhiamo
- voi/Voi significate
- loro/Loro significano
Onvoltooid verleden tijd
- ik betekende
- jij betekende
- hij/zij/het betekende
- wij betekenden
- jullie betekenden
- zij betekenden
Imperfetto
- io significavo
- tu significavi
- lui/lei/Lei significava
- noi significavamo
- voi/Voi significavate
- loro/Loro significavano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb betekend
- jij hebt betekend
- hij/zij/het heeft betekend
- wij hebben betekend
- jullie hebben betekend
- zij hebben betekend
Passato prossimo
- io ho significato
- tu hai significato
- lui/lei/Lei ha significato
- noi abbiamo significato
- voi/Voi avete significato
- loro/Loro hanno significato
Voltooid verleden tijd
- ik had betekend
- jij had betekend
- hij/zij/het had betekend
- wij hadden betekend
- jullie hadden betekend
- zij hadden betekend
Trapassato prossimo
- io avevo significato
- tu avevi significato
- lui/lei/Lei aveva significato
- noi avevamo significato
- voi/Voi avevate significato
- loro/Loro avevano significato
Toekomende tijd I
- ik zal betekenen
- jij zult betekenen
- hij/zij/het zal betekenen
- wij zullen betekenen
- jullie zullen betekenen
- zij zullen betekenen
Futuro semplice
- io significherò
- tu significherai
- lui/lei/Lei significherà
- noi significheremo
- voi/Voi significherete
- loro/Loro significheranno
Toekomende tijd II
- ik zal betekend hebben
- jij zult betekend hebben
- hij/zij/het zal betekend hebben
- wij zullen betekend hebben
- jullie zullen betekend hebben
- zij zullen betekend hebben
Futuro anteriore
- io avrò significato
- tu avrai significato
- lui/lei/Lei avrà significato
- noi avremo significato
- voi/Voi avrete significato
- loro/Loro avranno significato
Conditionalis I
- ik zou betekenen
- jij zou betekenen
- hij/zij/het zou betekenen
- wij zouden betekenen
- jullie zouden betekenen
- zij zouden betekenen
Condizionale presente
- io significherei
- tu significheresti
- lui/lei/Lei significherebbe
- noi significheremmo
- voi/Voi significhereste
- loro/Loro significherebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben betekend
- jij zou hebben betekend
- hij/zij/het zou hebben betekend
- wij zouden hebben betekend
- jullie zouden hebben betekend
- zij zouden hebben betekend
Condizionale passato
- io avrei significato
- tu avresti significato
- lui/lei/Lei avrebbe significato
- noi avremmo significato
- voi/Voi avreste significato
- loro/Loro avrebbero significato
Imperatief
- jij beteken
- jullie betekent
Imperativo
- tu significa
- voi/Voi significate