Vervoeging van bijkrabbelen
Onbepaalde wijs (infinitief): bijkrabbelen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik krabbel bij
- jij krabbelt bij
- hij/zij/het krabbelt bij
- wij krabbelen bij
- jullie krabbelen bij
- zij krabbelen bij
Onvoltooid verleden tijd
- ik krabbelde bij
- jij krabbelde bij
- hij/zij/het krabbelde bij
- wij krabbelden bij
- jullie krabbelden bij
- zij krabbelden bij
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben bijgekrabbeld
- jij bent bijgekrabbeld
- hij/zij/het is bijgekrabbeld
- wij zijn bijgekrabbeld
- jullie zijn bijgekrabbeld
- zij zijn bijgekrabbeld
Voltooid verleden tijd
- ik was bijgekrabbeld
- jij was bijgekrabbeld
- hij/zij/het was bijgekrabbeld
- wij waren bijgekrabbeld
- jullie waren bijgekrabbeld
- zij waren bijgekrabbeld
Toekomende tijd I
- ik zal bijkrabbelen
- jij zult bijkrabbelen
- hij/zij/het zal bijkrabbelen
- wij zullen bijkrabbelen
- jullie zullen bijkrabbelen
- zij zullen bijkrabbelen
Toekomende tijd II
- ik zal bijgekrabbeld zijn
- jij zult bijgekrabbeld zijn
- hij/zij/het zal bijgekrabbeld zijn
- wij zullen bijgekrabbeld zijn
- jullie zullen bijgekrabbeld zijn
- zij zullen bijgekrabbeld zijn
Conditionalis I
- ik zou bijkrabbelen
- jij zou bijkrabbelen
- hij/zij/het zou bijkrabbelen
- wij zouden bijkrabbelen
- jullie zouden bijkrabbelen
- zij zouden bijkrabbelen
Conditionalis II
- ik zou zijn bijgekrabbeld
- jij zou zijn bijgekrabbeld
- hij/zij/het zou zijn bijgekrabbeld
- wij zouden zijn bijgekrabbeld
- jullie zouden zijn bijgekrabbeld
- zij zouden zijn bijgekrabbeld
Imperatief
- jij krabbel bij
- jullie krabbelt bij