Vervoeging van contracteren

Onbepaalde wijs (infinitief): contracteren

Vertaling: concludere

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik contracteer
  • jij contracteert
  • hij/zij/het contracteert
  • wij contracteren
  • jullie contracteren
  • zij contracteren

Presente

  • io concludo
  • tu concludi
  • lui/lei/Lei conclude
  • noi concludiamo
  • voi/Voi concludete
  • loro/Loro concludono

Onvoltooid verleden tijd

  • ik contracteerde
  • jij contracteerde
  • hij/zij/het contracteerde
  • wij contracteerden
  • jullie contracteerden
  • zij contracteerden

Imperfetto

  • io concludevo
  • tu concludevi
  • lui/lei/Lei concludeva
  • noi concludevamo
  • voi/Voi concludevate
  • loro/Loro concludevano

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gecontracteerd
  • jij hebt gecontracteerd
  • hij/zij/het heeft gecontracteerd
  • wij hebben gecontracteerd
  • jullie hebben gecontracteerd
  • zij hebben gecontracteerd

Passato prossimo

  • io ho concluso
  • tu hai concluso
  • lui/lei/Lei ha concluso
  • noi abbiamo concluso
  • voi/Voi avete concluso
  • loro/Loro hanno concluso

Voltooid verleden tijd

  • ik had gecontracteerd
  • jij had gecontracteerd
  • hij/zij/het had gecontracteerd
  • wij hadden gecontracteerd
  • jullie hadden gecontracteerd
  • zij hadden gecontracteerd

Trapassato prossimo

  • io avevo concluso
  • tu avevi concluso
  • lui/lei/Lei aveva concluso
  • noi avevamo concluso
  • voi/Voi avevate concluso
  • loro/Loro avevano concluso

Toekomende tijd I

  • ik zal contracteren
  • jij zult contracteren
  • hij/zij/het zal contracteren
  • wij zullen contracteren
  • jullie zullen contracteren
  • zij zullen contracteren

Futuro semplice

  • io concluderò
  • tu concluderai
  • lui/lei/Lei concluderà
  • noi concluderemo
  • voi/Voi concluderete
  • loro/Loro concluderanno

Toekomende tijd II

  • ik zal gecontracteerd hebben
  • jij zult gecontracteerd hebben
  • hij/zij/het zal gecontracteerd hebben
  • wij zullen gecontracteerd hebben
  • jullie zullen gecontracteerd hebben
  • zij zullen gecontracteerd hebben

Futuro anteriore

  • io avrò concluso
  • tu avrai concluso
  • lui/lei/Lei avrà concluso
  • noi avremo concluso
  • voi/Voi avrete concluso
  • loro/Loro avranno concluso

Conditionalis I

  • ik zou contracteren
  • jij zou contracteren
  • hij/zij/het zou contracteren
  • wij zouden contracteren
  • jullie zouden contracteren
  • zij zouden contracteren

Condizionale presente

  • io concluderei
  • tu concluderesti
  • lui/lei/Lei concluderebbe
  • noi concluderemmo
  • voi/Voi concludereste
  • loro/Loro concluderebbero

Conditionalis II

  • ik zou hebben gecontracteerd
  • jij zou hebben gecontracteerd
  • hij/zij/het zou hebben gecontracteerd
  • wij zouden hebben gecontracteerd
  • jullie zouden hebben gecontracteerd
  • zij zouden hebben gecontracteerd

Condizionale passato

  • io avrei concluso
  • tu avresti concluso
  • lui/lei/Lei avrebbe concluso
  • noi avremmo concluso
  • voi/Voi avreste concluso
  • loro/Loro avrebbero concluso

Imperatief

  • jij contracteer
  • jullie contracteert

Imperativo

  • tu concludi
  • voi/Voi concludete

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van contracteren