Vervoeging van daarlaten
Onbepaalde wijs (infinitief): daarlaten
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik laat daar
- jij laat daar
- hij/zij/het laat daar
- wij laten daar
- jullie laten daar
- zij laten daar
Onvoltooid verleden tijd
- ik liet daar
- jij liet daar
- hij/zij/het liet daar
- wij lieten daar
- jullie lieten daar
- zij lieten daar
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb daargelaten
- jij hebt daargelaten
- hij/zij/het heeft daargelaten
- wij hebben daargelaten
- jullie hebben daargelaten
- zij hebben daargelaten
Voltooid verleden tijd
- ik had daargelaten
- jij had daargelaten
- hij/zij/het had daargelaten
- wij hadden daargelaten
- jullie hadden daargelaten
- zij hadden daargelaten
Toekomende tijd I
- ik zal daarlaten
- jij zult daarlaten
- hij/zij/het zal daarlaten
- wij zullen daarlaten
- jullie zullen daarlaten
- zij zullen daarlaten
Toekomende tijd II
- ik zal daargelaten hebben
- jij zult daargelaten hebben
- hij/zij/het zal daargelaten hebben
- wij zullen daargelaten hebben
- jullie zullen daargelaten hebben
- zij zullen daargelaten hebben
Conditionalis I
- ik zou daarlaten
- jij zou daarlaten
- hij/zij/het zou daarlaten
- wij zouden daarlaten
- jullie zouden daarlaten
- zij zouden daarlaten
Conditionalis II
- ik zou hebben daargelaten
- jij zou hebben daargelaten
- hij/zij/het zou hebben daargelaten
- wij zouden hebben daargelaten
- jullie zouden hebben daargelaten
- zij zouden hebben daargelaten
Imperatief
- jij laat daar
- jullie laat daar