Vervoeging van doorschieten
Onbepaalde wijs (infinitief): doorschieten
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik doorschiet
- jij doorschiet
- hij/zij/het doorschiet
- wij doorschieten
- jullie doorschieten
- zij doorschieten
Onvoltooid verleden tijd
- ik doorschoot
- jij doorschoot
- hij/zij/het doorschoot
- wij doorschoten
- jullie doorschoten
- zij doorschoten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb doorschoten
- jij hebt doorschoten
- hij/zij/het heeft doorschoten
- wij hebben doorschoten
- jullie hebben doorschoten
- zij hebben doorschoten
Voltooid verleden tijd
- ik had doorschoten
- jij had doorschoten
- hij/zij/het had doorschoten
- wij hadden doorschoten
- jullie hadden doorschoten
- zij hadden doorschoten
Toekomende tijd I
- ik zal doorschieten
- jij zult doorschieten
- hij/zij/het zal doorschieten
- wij zullen doorschieten
- jullie zullen doorschieten
- zij zullen doorschieten
Toekomende tijd II
- ik zal doorschoten hebben
- jij zult doorschoten hebben
- hij/zij/het zal doorschoten hebben
- wij zullen doorschoten hebben
- jullie zullen doorschoten hebben
- zij zullen doorschoten hebben
Conditionalis I
- ik zou doorschieten
- jij zou doorschieten
- hij/zij/het zou doorschieten
- wij zouden doorschieten
- jullie zouden doorschieten
- zij zouden doorschieten
Conditionalis II
- ik zou hebben doorschoten
- jij zou hebben doorschoten
- hij/zij/het zou hebben doorschoten
- wij zouden hebben doorschoten
- jullie zouden hebben doorschoten
- zij zouden hebben doorschoten
Imperatief
- jij doorschiet
- jullie doorschiet