Vervoeging van elideren
Onbepaalde wijs (infinitief): elideren
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik elideer
- jij elideert
- hij/zij/het elideert
- wij elideren
- jullie elideren
- zij elideren
Onvoltooid verleden tijd
- ik elideerde
- jij elideerde
- hij/zij/het elideerde
- wij elideerden
- jullie elideerden
- zij elideerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geëlideerd
- jij hebt geëlideerd
- hij/zij/het heeft geëlideerd
- wij hebben geëlideerd
- jullie hebben geëlideerd
- zij hebben geëlideerd
Voltooid verleden tijd
- ik had geëlideerd
- jij had geëlideerd
- hij/zij/het had geëlideerd
- wij hadden geëlideerd
- jullie hadden geëlideerd
- zij hadden geëlideerd
Toekomende tijd I
- ik zal elideren
- jij zult elideren
- hij/zij/het zal elideren
- wij zullen elideren
- jullie zullen elideren
- zij zullen elideren
Toekomende tijd II
- ik zal geëlideerd hebben
- jij zult geëlideerd hebben
- hij/zij/het zal geëlideerd hebben
- wij zullen geëlideerd hebben
- jullie zullen geëlideerd hebben
- zij zullen geëlideerd hebben
Conditionalis I
- ik zou elideren
- jij zou elideren
- hij/zij/het zou elideren
- wij zouden elideren
- jullie zouden elideren
- zij zouden elideren
Conditionalis II
- ik zou hebben geëlideerd
- jij zou hebben geëlideerd
- hij/zij/het zou hebben geëlideerd
- wij zouden hebben geëlideerd
- jullie zouden hebben geëlideerd
- zij zouden hebben geëlideerd
Imperatief
- jij elideer
- jullie elideert