Vervoeging van hooghouden
Onbepaalde wijs (infinitief): hooghouden
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik houd hoog
- jij houdt hoog
- hij/zij/het houdt hoog
- wij houden hoog
- jullie houden hoog
- zij houden hoog
Onvoltooid verleden tijd
- ik hield hoog
- jij hield hoog
- hij/zij/het hield hoog
- wij hielden hoog
- jullie hielden hoog
- zij hielden hoog
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb hooggehouden
- jij hebt hooggehouden
- hij/zij/het heeft hooggehouden
- wij hebben hooggehouden
- jullie hebben hooggehouden
- zij hebben hooggehouden
Voltooid verleden tijd
- ik had hooggehouden
- jij had hooggehouden
- hij/zij/het had hooggehouden
- wij hadden hooggehouden
- jullie hadden hooggehouden
- zij hadden hooggehouden
Toekomende tijd I
- ik zal hooghouden
- jij zult hooghouden
- hij/zij/het zal hooghouden
- wij zullen hooghouden
- jullie zullen hooghouden
- zij zullen hooghouden
Toekomende tijd II
- ik zal hooggehouden hebben
- jij zult hooggehouden hebben
- hij/zij/het zal hooggehouden hebben
- wij zullen hooggehouden hebben
- jullie zullen hooggehouden hebben
- zij zullen hooggehouden hebben
Conditionalis I
- ik zou hooghouden
- jij zou hooghouden
- hij/zij/het zou hooghouden
- wij zouden hooghouden
- jullie zouden hooghouden
- zij zouden hooghouden
Conditionalis II
- ik zou hebben hooggehouden
- jij zou hebben hooggehouden
- hij/zij/het zou hebben hooggehouden
- wij zouden hebben hooggehouden
- jullie zouden hebben hooggehouden
- zij zouden hebben hooggehouden
Imperatief
- jij houd hoog
- jullie houdt hoog