Vervoeging van inschatten
Onbepaalde wijs (infinitief): inschatten
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik schat in
- jij schat in
- hij/zij/het schat in
- wij schatten in
- jullie schatten in
- zij schatten in
Onvoltooid verleden tijd
- ik schatte in
- jij schatte in
- hij/zij/het schatte in
- wij schatten in
- jullie schatten in
- zij schatten in
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingeschat
- jij hebt ingeschat
- hij/zij/het heeft ingeschat
- wij hebben ingeschat
- jullie hebben ingeschat
- zij hebben ingeschat
Voltooid verleden tijd
- ik had ingeschat
- jij had ingeschat
- hij/zij/het had ingeschat
- wij hadden ingeschat
- jullie hadden ingeschat
- zij hadden ingeschat
Toekomende tijd I
- ik zal inschatten
- jij zult inschatten
- hij/zij/het zal inschatten
- wij zullen inschatten
- jullie zullen inschatten
- zij zullen inschatten
Toekomende tijd II
- ik zal ingeschat hebben
- jij zult ingeschat hebben
- hij/zij/het zal ingeschat hebben
- wij zullen ingeschat hebben
- jullie zullen ingeschat hebben
- zij zullen ingeschat hebben
Conditionalis I
- ik zou inschatten
- jij zou inschatten
- hij/zij/het zou inschatten
- wij zouden inschatten
- jullie zouden inschatten
- zij zouden inschatten
Conditionalis II
- ik zou hebben ingeschat
- jij zou hebben ingeschat
- hij/zij/het zou hebben ingeschat
- wij zouden hebben ingeschat
- jullie zouden hebben ingeschat
- zij zouden hebben ingeschat
Imperatief
- jij schat in
- jullie schat in