Vervoeging van inschenken
Onbepaalde wijs (infinitief): inschenken
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik schenk in
- jij schenkt in
- hij/zij/het schenkt in
- wij schenken in
- jullie schenken in
- zij schenken in
Onvoltooid verleden tijd
- ik schonk in
- jij schonk in
- hij/zij/het schonk in
- wij schonken in
- jullie schonken in
- zij schonken in
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingeschonken
- jij hebt ingeschonken
- hij/zij/het heeft ingeschonken
- wij hebben ingeschonken
- jullie hebben ingeschonken
- zij hebben ingeschonken
Voltooid verleden tijd
- ik had ingeschonken
- jij had ingeschonken
- hij/zij/het had ingeschonken
- wij hadden ingeschonken
- jullie hadden ingeschonken
- zij hadden ingeschonken
Toekomende tijd I
- ik zal inschenken
- jij zult inschenken
- hij/zij/het zal inschenken
- wij zullen inschenken
- jullie zullen inschenken
- zij zullen inschenken
Toekomende tijd II
- ik zal ingeschonken hebben
- jij zult ingeschonken hebben
- hij/zij/het zal ingeschonken hebben
- wij zullen ingeschonken hebben
- jullie zullen ingeschonken hebben
- zij zullen ingeschonken hebben
Conditionalis I
- ik zou inschenken
- jij zou inschenken
- hij/zij/het zou inschenken
- wij zouden inschenken
- jullie zouden inschenken
- zij zouden inschenken
Conditionalis II
- ik zou hebben ingeschonken
- jij zou hebben ingeschonken
- hij/zij/het zou hebben ingeschonken
- wij zouden hebben ingeschonken
- jullie zouden hebben ingeschonken
- zij zouden hebben ingeschonken
Imperatief
- jij schenk in
- jullie schenkt in