Vervoeging van knakken

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik knak
    • jij knakt
    • hij/zij/het knakt
    • wij knakken
    • jullie knakken
    • zij knakken
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik knakte
    • jij knakte
    • hij/zij/het knakte
    • wij knakten
    • jullie knakten
    • zij knakten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb geknakt
    • jij hebt geknakt
    • hij/zij/het heeft geknakt
    • wij hebben geknakt
    • jullie hebben geknakt
    • zij hebben geknakt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had geknakt
    • jij had geknakt
    • hij/zij/het had geknakt
    • wij hadden geknakt
    • jullie hadden geknakt
    • zij hadden geknakt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal knakken
    • jij zult knakken
    • hij/zij/het zal knakken
    • wij zullen knakken
    • jullie zullen knakken
    • zij zullen knakken
  • Toekomende tijd II

    • ik zal geknakt hebben
    • jij zult geknakt hebben
    • hij/zij/het zal geknakt hebben
    • wij zullen geknakt hebben
    • jullie zullen geknakt hebben
    • zij zullen geknakt hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou knakken
    • jij zou knakken
    • hij/zij/het zou knakken
    • wij zouden knakken
    • jullie zouden knakken
    • zij zouden knakken
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben geknakt
    • jij zou hebben geknakt
    • hij/zij/het zou hebben geknakt
    • wij zouden hebben geknakt
    • jullie zouden hebben geknakt
    • zij zouden hebben geknakt
  • Imperatief

    • jij knak
    • jullie knakt

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van knakken