Vervoeging van koeren
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik koer
- jij koert
- hij/zij/het koert
- wij koeren
- jullie koeren
- zij koeren
Onvoltooid verleden tijd
- ik koerde
- jij koerde
- hij/zij/het koerde
- wij koerden
- jullie koerden
- zij koerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gekoerd
- jij hebt gekoerd
- hij/zij/het heeft gekoerd
- wij hebben gekoerd
- jullie hebben gekoerd
- zij hebben gekoerd
Voltooid verleden tijd
- ik had gekoerd
- jij had gekoerd
- hij/zij/het had gekoerd
- wij hadden gekoerd
- jullie hadden gekoerd
- zij hadden gekoerd
Toekomende tijd I
- ik zal koeren
- jij zult koeren
- hij/zij/het zal koeren
- wij zullen koeren
- jullie zullen koeren
- zij zullen koeren
Toekomende tijd II
- ik zal gekoerd hebben
- jij zult gekoerd hebben
- hij/zij/het zal gekoerd hebben
- wij zullen gekoerd hebben
- jullie zullen gekoerd hebben
- zij zullen gekoerd hebben
Conditionalis I
- ik zou koeren
- jij zou koeren
- hij/zij/het zou koeren
- wij zouden koeren
- jullie zouden koeren
- zij zouden koeren
Conditionalis II
- ik zou hebben gekoerd
- jij zou hebben gekoerd
- hij/zij/het zou hebben gekoerd
- wij zouden hebben gekoerd
- jullie zouden hebben gekoerd
- zij zouden hebben gekoerd
Imperatief
- jij koer
- jullie koert