Vervoeging van krullen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik krul
- jij krult
- hij/zij/het krult
- wij krullen
- jullie krullen
- zij krullen
Onvoltooid verleden tijd
- ik krulde
- jij krulde
- hij/zij/het krulde
- wij krulden
- jullie krulden
- zij krulden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gekruld
- jij hebt gekruld
- hij/zij/het heeft gekruld
- wij hebben gekruld
- jullie hebben gekruld
- zij hebben gekruld
Voltooid verleden tijd
- ik had gekruld
- jij had gekruld
- hij/zij/het had gekruld
- wij hadden gekruld
- jullie hadden gekruld
- zij hadden gekruld
Toekomende tijd I
- ik zal krullen
- jij zult krullen
- hij/zij/het zal krullen
- wij zullen krullen
- jullie zullen krullen
- zij zullen krullen
Toekomende tijd II
- ik zal gekruld hebben
- jij zult gekruld hebben
- hij/zij/het zal gekruld hebben
- wij zullen gekruld hebben
- jullie zullen gekruld hebben
- zij zullen gekruld hebben
Conditionalis I
- ik zou krullen
- jij zou krullen
- hij/zij/het zou krullen
- wij zouden krullen
- jullie zouden krullen
- zij zouden krullen
Conditionalis II
- ik zou hebben gekruld
- jij zou hebben gekruld
- hij/zij/het zou hebben gekruld
- wij zouden hebben gekruld
- jullie zouden hebben gekruld
- zij zouden hebben gekruld
Imperatief
- jij krul
- jullie krult