Vervoeging van lanterfanten
Onbepaalde wijs (infinitief): lanterfanten
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik lanterfant
- jij lanterfant
- hij/zij/het lanterfant
- wij lanterfanten
- jullie lanterfanten
- zij lanterfanten
Presente
- io bighellono
- tu bighelloni
- lui/lei/Lei bighellona
- noi bighelloniamo
- voi/Voi bighellonate
- loro/Loro bighellonano
Onvoltooid verleden tijd
- ik lanterfantte
- jij lanterfantte
- hij/zij/het lanterfantte
- wij lanterfantten
- jullie lanterfantten
- zij lanterfantten
Imperfetto
- io bighellonavo
- tu bighellonavi
- lui/lei/Lei bighellonava
- noi bighellonavamo
- voi/Voi bighellonavate
- loro/Loro bighellonavano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gelanterfant
- jij hebt gelanterfant
- hij/zij/het heeft gelanterfant
- wij hebben gelanterfant
- jullie hebben gelanterfant
- zij hebben gelanterfant
Passato prossimo
- io ho bighellonato
- tu hai bighellonato
- lui/lei/Lei ha bighellonato
- noi abbiamo bighellonato
- voi/Voi avete bighellonato
- loro/Loro hanno bighellonato
Voltooid verleden tijd
- ik had gelanterfant
- jij had gelanterfant
- hij/zij/het had gelanterfant
- wij hadden gelanterfant
- jullie hadden gelanterfant
- zij hadden gelanterfant
Trapassato prossimo
- io avevo bighellonato
- tu avevi bighellonato
- lui/lei/Lei aveva bighellonato
- noi avevamo bighellonato
- voi/Voi avevate bighellonato
- loro/Loro avevano bighellonato
Toekomende tijd I
- ik zal lanterfanten
- jij zult lanterfanten
- hij/zij/het zal lanterfanten
- wij zullen lanterfanten
- jullie zullen lanterfanten
- zij zullen lanterfanten
Futuro semplice
- io bighellonerò
- tu bighellonerai
- lui/lei/Lei bighellonerà
- noi bighelloneremo
- voi/Voi bighellonerete
- loro/Loro bighelloneranno
Toekomende tijd II
- ik zal gelanterfant hebben
- jij zult gelanterfant hebben
- hij/zij/het zal gelanterfant hebben
- wij zullen gelanterfant hebben
- jullie zullen gelanterfant hebben
- zij zullen gelanterfant hebben
Futuro anteriore
- io avrò bighellonato
- tu avrai bighellonato
- lui/lei/Lei avrà bighellonato
- noi avremo bighellonato
- voi/Voi avrete bighellonato
- loro/Loro avranno bighellonato
Conditionalis I
- ik zou lanterfanten
- jij zou lanterfanten
- hij/zij/het zou lanterfanten
- wij zouden lanterfanten
- jullie zouden lanterfanten
- zij zouden lanterfanten
Condizionale presente
- io bighellonerei
- tu bighelloneresti
- lui/lei/Lei bighellonerebbe
- noi bighelloneremmo
- voi/Voi bighellonereste
- loro/Loro bighellonerebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben gelanterfant
- jij zou hebben gelanterfant
- hij/zij/het zou hebben gelanterfant
- wij zouden hebben gelanterfant
- jullie zouden hebben gelanterfant
- zij zouden hebben gelanterfant
Condizionale passato
- io avrei bighellonato
- tu avresti bighellonato
- lui/lei/Lei avrebbe bighellonato
- noi avremmo bighellonato
- voi/Voi avreste bighellonato
- loro/Loro avrebbero bighellonato
Imperatief
- jij lanterfant
- jullie lanterfant
Imperativo
- tu bighellona
- voi/Voi bighellonate