Vervoeging van mummelen
Onbepaalde wijs (infinitief): mummelen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik mummel
- jij mummelt
- hij/zij/het mummelt
- wij mummelen
- jullie mummelen
- zij mummelen
Onvoltooid verleden tijd
- ik mummelde
- jij mummelde
- hij/zij/het mummelde
- wij mummelden
- jullie mummelden
- zij mummelden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gemummeld
- jij hebt gemummeld
- hij/zij/het heeft gemummeld
- wij hebben gemummeld
- jullie hebben gemummeld
- zij hebben gemummeld
Voltooid verleden tijd
- ik had gemummeld
- jij had gemummeld
- hij/zij/het had gemummeld
- wij hadden gemummeld
- jullie hadden gemummeld
- zij hadden gemummeld
Toekomende tijd I
- ik zal mummelen
- jij zult mummelen
- hij/zij/het zal mummelen
- wij zullen mummelen
- jullie zullen mummelen
- zij zullen mummelen
Toekomende tijd II
- ik zal gemummeld hebben
- jij zult gemummeld hebben
- hij/zij/het zal gemummeld hebben
- wij zullen gemummeld hebben
- jullie zullen gemummeld hebben
- zij zullen gemummeld hebben
Conditionalis I
- ik zou mummelen
- jij zou mummelen
- hij/zij/het zou mummelen
- wij zouden mummelen
- jullie zouden mummelen
- zij zouden mummelen
Conditionalis II
- ik zou hebben gemummeld
- jij zou hebben gemummeld
- hij/zij/het zou hebben gemummeld
- wij zouden hebben gemummeld
- jullie zouden hebben gemummeld
- zij zouden hebben gemummeld
Imperatief
- jij mummel
- jullie mummelt