Vervoeging van omruilen
Onbepaalde wijs (infinitief): omruilen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ruil om
- jij ruilt om
- hij/zij/het ruilt om
- wij ruilen om
- jullie ruilen om
- zij ruilen om
Onvoltooid verleden tijd
- ik ruilde om
- jij ruilde om
- hij/zij/het ruilde om
- wij ruilden om
- jullie ruilden om
- zij ruilden om
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb omgeruild
- jij hebt omgeruild
- hij/zij/het heeft omgeruild
- wij hebben omgeruild
- jullie hebben omgeruild
- zij hebben omgeruild
Voltooid verleden tijd
- ik had omgeruild
- jij had omgeruild
- hij/zij/het had omgeruild
- wij hadden omgeruild
- jullie hadden omgeruild
- zij hadden omgeruild
Toekomende tijd I
- ik zal omruilen
- jij zult omruilen
- hij/zij/het zal omruilen
- wij zullen omruilen
- jullie zullen omruilen
- zij zullen omruilen
Toekomende tijd II
- ik zal omgeruild hebben
- jij zult omgeruild hebben
- hij/zij/het zal omgeruild hebben
- wij zullen omgeruild hebben
- jullie zullen omgeruild hebben
- zij zullen omgeruild hebben
Conditionalis I
- ik zou omruilen
- jij zou omruilen
- hij/zij/het zou omruilen
- wij zouden omruilen
- jullie zouden omruilen
- zij zouden omruilen
Conditionalis II
- ik zou hebben omgeruild
- jij zou hebben omgeruild
- hij/zij/het zou hebben omgeruild
- wij zouden hebben omgeruild
- jullie zouden hebben omgeruild
- zij zouden hebben omgeruild
Imperatief
- jij ruil om
- jullie ruilt om