Vervoeging van onthalzen

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik onthals
    • jij onthalst
    • hij/zij/het onthalst
    • wij onthalzen
    • jullie onthalzen
    • zij onthalzen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik onthalsde
    • jij onthalsde
    • hij/zij/het onthalsde
    • wij onthalsden
    • jullie onthalsden
    • zij onthalsden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb onthalsd
    • jij hebt onthalsd
    • hij/zij/het heeft onthalsd
    • wij hebben onthalsd
    • jullie hebben onthalsd
    • zij hebben onthalsd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had onthalsd
    • jij had onthalsd
    • hij/zij/het had onthalsd
    • wij hadden onthalsd
    • jullie hadden onthalsd
    • zij hadden onthalsd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal onthalzen
    • jij zult onthalzen
    • hij/zij/het zal onthalzen
    • wij zullen onthalzen
    • jullie zullen onthalzen
    • zij zullen onthalzen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal onthalsd hebben
    • jij zult onthalsd hebben
    • hij/zij/het zal onthalsd hebben
    • wij zullen onthalsd hebben
    • jullie zullen onthalsd hebben
    • zij zullen onthalsd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou onthalzen
    • jij zou onthalzen
    • hij/zij/het zou onthalzen
    • wij zouden onthalzen
    • jullie zouden onthalzen
    • zij zouden onthalzen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben onthalsd
    • jij zou hebben onthalsd
    • hij/zij/het zou hebben onthalsd
    • wij zouden hebben onthalsd
    • jullie zouden hebben onthalsd
    • zij zouden hebben onthalsd
  • Imperatief

    • jij onthals
    • jullie onthalst

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van onthalzen