Vervoeging van ontwijken
Onbepaalde wijs (infinitief): ontwijken
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ontwijk
- jij ontwijkt
- hij/zij/het ontwijkt
- wij ontwijken
- jullie ontwijken
- zij ontwijken
Presente
- io evito
- tu eviti
- lui/lei/Lei evita
- noi evitiamo
- voi/Voi evitate
- loro/Loro evitano
Onvoltooid verleden tijd
- ik ontweek
- jij ontweek
- hij/zij/het ontweek
- wij ontweken
- jullie ontweken
- zij ontweken
Imperfetto
- io evitavo
- tu evitavi
- lui/lei/Lei evitava
- noi evitavamo
- voi/Voi evitavate
- loro/Loro evitavano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ontweken
- jij hebt ontweken
- hij/zij/het heeft ontweken
- wij hebben ontweken
- jullie hebben ontweken
- zij hebben ontweken
Passato prossimo
- io ho evitato
- tu hai evitato
- lui/lei/Lei ha evitato
- noi abbiamo evitato
- voi/Voi avete evitato
- loro/Loro hanno evitato
Voltooid verleden tijd
- ik had ontweken
- jij had ontweken
- hij/zij/het had ontweken
- wij hadden ontweken
- jullie hadden ontweken
- zij hadden ontweken
Trapassato prossimo
- io avevo evitato
- tu avevi evitato
- lui/lei/Lei aveva evitato
- noi avevamo evitato
- voi/Voi avevate evitato
- loro/Loro avevano evitato
Toekomende tijd I
- ik zal ontwijken
- jij zult ontwijken
- hij/zij/het zal ontwijken
- wij zullen ontwijken
- jullie zullen ontwijken
- zij zullen ontwijken
Futuro semplice
- io eviterò
- tu eviterai
- lui/lei/Lei eviterà
- noi eviteremo
- voi/Voi eviterete
- loro/Loro eviteranno
Toekomende tijd II
- ik zal ontweken hebben
- jij zult ontweken hebben
- hij/zij/het zal ontweken hebben
- wij zullen ontweken hebben
- jullie zullen ontweken hebben
- zij zullen ontweken hebben
Futuro anteriore
- io avrò evitato
- tu avrai evitato
- lui/lei/Lei avrà evitato
- noi avremo evitato
- voi/Voi avrete evitato
- loro/Loro avranno evitato
Conditionalis I
- ik zou ontwijken
- jij zou ontwijken
- hij/zij/het zou ontwijken
- wij zouden ontwijken
- jullie zouden ontwijken
- zij zouden ontwijken
Condizionale presente
- io eviterei
- tu eviteresti
- lui/lei/Lei eviterebbe
- noi eviteremmo
- voi/Voi evitereste
- loro/Loro eviterebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben ontweken
- jij zou hebben ontweken
- hij/zij/het zou hebben ontweken
- wij zouden hebben ontweken
- jullie zouden hebben ontweken
- zij zouden hebben ontweken
Condizionale passato
- io avrei evitato
- tu avresti evitato
- lui/lei/Lei avrebbe evitato
- noi avremmo evitato
- voi/Voi avreste evitato
- loro/Loro avrebbero evitato
Imperatief
- jij ontwijk
- jullie ontwijkt
Imperativo
- tu evita
- voi/Voi evitate